Einstein’s ‘God dobbelt niet’ en de kwantumfysica

Illustratie van Einstein's balans tussen determinisme en toeval, met een dobbelsteen, relativiteitstheorieboek en een atoom tegen een sterrenhemel.
Einstein's visie op het universum: een delicate balans tussen vaste wetten en de onzekerheden van de kwantummechanica.

Albert Einstein is een van de bekendste wetenschappers aller tijden, vooral beroemd om zijn relativiteitstheorie. Maar een van zijn meest iconische uitspraken – “God dobbelt niet” – verwijst naar een ander gebied van de natuurkunde: de kwantummechanica. Deze zin is veelzeggend omdat het Einstein’s diepgewortelde overtuiging weergeeft dat de natuur fundamenteel voorspelbaar en deterministisch moet zijn. Maar wat betekent deze uitspraak precies? En waarom vond Einstein de probabilistische aard van de kwantummechanica zo problematisch?

Wat is Kwantumfysica?

Kwantumfysica is een tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de kleinste deeltjes in het universum, zoals elektronen en fotonen. Deze deeltjes gedragen zich heel anders dan de grotere objecten waarmee we dagelijks te maken hebben. Waar klassieke natuurkunde (zoals die van Newton) objecten beschrijft die zich op een voorspelbare en rechte lijn bewegen, gedraagt materie zich op het kwantumniveau vaak heel onvoorspelbaar. Deze onvoorspelbaarheid wordt beschreven door de wetten van de kwantummechanica.

Het Onzekerheidsprincipe

Een van de belangrijkste concepten in de kwantummechanica is het onzekerheidsprincipe, geformuleerd door Werner Heisenberg. Dit principe stelt dat we niet tegelijkertijd de exacte positie en snelheid van een deeltje kunnen weten. Hoe nauwkeuriger we proberen de positie van een deeltje te meten, hoe minder we weten over zijn snelheid, en omgekeerd. Dit is niet zomaar een tekortkoming van onze meetinstrumenten, maar een fundamenteel kenmerk van de natuur zelf.

Probabiliteit in Kwantumfysica

In plaats van precieze voorspellingen, geeft de kwantummechanica ons waarschijnlijkheden. Stel je voor dat je een elektron op een bepaalde plek wilt vinden. De kwantummechanica kan je vertellen hoe groot de kans is dat je het elektron daar zult vinden, maar kan niet met zekerheid zeggen dat het er ook echt is. Dit probabilistische karakter van de kwantumfysica staat in schril contrast met de deterministische natuurkunde van Newton, waar elk effect een duidelijk oorzaak-gevolg verband heeft.

Einstein’s Probleem met Kwantumfysica

Einstein was van mening dat de wereld om ons heen uiteindelijk begrijpelijk en voorspelbaar moest zijn. Hij geloofde sterk in de wet van oorzaak en gevolg en was van mening dat alles in het universum volgens vaste regels verloopt. Daarom vond hij het moeilijk te accepteren dat de kwantummechanica, een theorie die op waarschijnlijkheden is gebaseerd, de volledige werkelijkheid zou beschrijven.

“God Dobbelt Niet”

De beroemde uitspraak “God dobbelt niet” kwam voort uit Einstein’s overtuiging dat er onder de schijnbare willekeur van de kwantummechanica een diepere, verborgen realiteit moest zijn. Volgens Einstein moest er een set van onbekende wetten bestaan die, als we ze zouden ontdekken, de schijnbare chaos van de kwantummechanica volledig zouden verklaren. Hij kon het idee niet accepteren dat de natuur op zo’n fundamenteel niveau afhankelijk zou zijn van toeval.

De EPR Paradox

Samen met zijn collega’s Boris Podolsky en Nathan Rosen, formuleerde Einstein in 1935 een gedachte-experiment dat bekend staat als de EPR-paradox. Dit experiment werd ontworpen om aan te tonen dat de kwantummechanica onvolledig was. De paradox suggereerde dat als de kwantummechanica juist zou zijn, het zou betekenen dat informatie sneller zou reizen dan het licht, wat in strijd was met Einstein’s relativiteitstheorie. Hoewel het experiment geen concreet bewijs leverde tegen de kwantummechanica, toonde het wel Einstein’s diepe bezorgdheid over de implicaties ervan.

Het Reactie van de Wetenschappelijke Gemeenschap

Hoewel Einstein’s bezwaren belangrijk waren en de discussie over de fundamenten van de kwantummechanica stimuleerden, werden zijn ideeën uiteindelijk niet breed geaccepteerd. In de decennia na zijn dood zijn er tal van experimenten uitgevoerd die de juistheid van de kwantummechanica bevestigden. Met name het werk van John Bell en zijn zogenaamde ‘Bell’s Theoreem’ liet zien dat de kwantummechanica niet zomaar een benadering of onvolledige theorie is, maar dat het daadwerkelijk de beste beschrijving geeft van hoe de natuur werkt op het kleinste niveau.

Bell’s Theoreem

Bell’s Theoreem, ontwikkeld in de jaren 1960, stelde de wetenschappelijke wereld in staat om te testen of de kwantummechanica daadwerkelijk correct was of dat Einstein’s verborgen variabelen (de onbekende wetten die Einstein vermoedde) misschien toch bestonden. De resultaten van deze experimenten toonden aan dat er geen verborgen variabelen zijn die de kwantummechanica kunnen vervangen, en dat de wereld op fundamenteel niveau echt probabilistisch is.

Waarom is Dit Belangrijk?

De discussie tussen Einstein en de kwantummechanica is niet alleen een kwestie van wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Het heeft diepgaande implicaties voor ons begrip van de werkelijkheid. Als de natuur echt op een fundamenteel niveau afhankelijk is van waarschijnlijkheden, dan roept dat belangrijke vragen op over de aard van het universum en onze plaats daarin.

Implicaties voor Filosofie en Vrije Wil

Het idee dat de wereld fundamenteel probabilistisch is, heeft ook filosofische implicaties. Als gebeurtenissen op kwantumniveau niet volledig voorspelbaar zijn, wat betekent dat dan voor ons begrip van vrije wil? Sommigen hebben gesuggereerd dat de onvoorspelbaarheid van de kwantummechanica ruimte zou kunnen bieden voor de vrije wil, omdat het betekent dat niet alles in het universum vastligt. Dit is echter een omstreden en ingewikkeld onderwerp dat nog steeds onderwerp van discussie is onder filosofen en wetenschappers.

Conclusie

Einstein’s uitspraak “God dobbelt niet” blijft een van de meest iconische opmerkingen in de geschiedenis van de wetenschap. Het weerspiegelt zijn diepe overtuiging dat de natuur uiteindelijk begrijpelijk en voorspelbaar is. Hoewel de kwantummechanica Einstein’s ideeën over een deterministische wereld uitdaagde, heeft deze theorie een revolutie teweeggebracht in ons begrip van de natuur. Ondanks Einstein’s bezwaren, heeft de kwantummechanica haar waarde bewezen door talloze experimenten te doorstaan en blijft het een van de meest succesvolle theorieën in de wetenschap. Het blijft een fascinerend onderwerp dat niet alleen wetenschappers, maar ook filosofen en leken over de hele wereld blijft intrigeren.

Bronnen en meer informatie

  1. Heisenberg, W. (1927). “Über den anschaulichen Inhalt der quantentheoretischen Kinematik und Mechanik”. Zeitschrift für Physik. (Verwijzing naar het onzekerheidsprincipe)
  2. Einstein, A., Podolsky, B., & Rosen, N. (1935). “Can Quantum-Mechanical Description of Physical Reality Be Considered Complete?” Physical Review. (De EPR paradox)
  3. Bell, J.S. (1964). “On the Einstein Podolsky Rosen Paradox”. Physics Physique Физика. (Bell’s Theoreem)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in